Uitleg: Over het tandwiel gebeuren
Hieronder zie je een tweetal schematische tekeningen, waarin ik probeer uit te leggen hoe het kan dat de Tomos sneller gaat lopen met een kleiner achtertandwiel. De linker schematische tekening voor opvoeren. De rechter schematische tekening na opvoeren.
Voor opvoeren.
Het voortandwiel (26 tanden) wordt door de krukas rondgedraaid met toerental n1 (omwenteling per seconde). Daardoor loopt de ketting met een snelheid v1 over het voortandwiel én achtertandwiel. De snelheid van de ketting bij het achtertandwiel (noem ik v2) en is natuurlijk gelijk aan v1.
Voordat ik verder ga, eerst even dit
De snelheid van de ketting is afhankelijk van 2 dingen:
• namelijk het aantal tandjes en
• het toerental van dat tandwiel:
Dus v1 = 26 n1
Omdat v1 = v2
26 n1 = 33 n2
26/33 n1 = n2
Bovenstaande formule geeft aan dat het toerental van het achtertandwiel(n2)
n2 = 0,79 • n1 formule (1)
Na opvoeren:
Omdat v1 = v2
26 n1 = 26 n2’
26/26 n1 = n2’
Bovenstaande formule geeft aan dat het toerental van het achtertandwiel(n2’)
n2’ = 1 • n1 formule (2)
Formule (1) en (2) naast elkaar zetten levert op dat n2’= 1,27 • n1
Dus na opvoeren draait het achtertandwiel 1,27 keer zo snel als voor het opvoeren.
Als je heirvanuit gaat 1,27 keer zo snel
