Middels enige voorbereiding en mailtjes naar mijn vaste (oud) collega ben ik vorige week, `s nachts naar m`n oude werkgever in de haven gereden. [koekie mee voor bij de koffie (werkt altijd)]
De weg was lang (50km), donker (Wat een … licht zit op dat Tomosje) en niet van gevaar ontbloot. Ik heb er 1 ½ uur over gedaan. Door de stad rustig gereden en buiten de stad was het max. 47. [rechtop zittend en zeker 85kg wegend (motorpak etc. aan)]
Het duurde even een klein uur voordat ik m`n collega zag (Toen ik er was.), want natuurlijk lag er even een machine “plat” en dat moet verholpen worden. Maar na een laaaaaaaang bakkie koffie met de andere collega`s, konden we aan de slag.
Als eerste de oscilloscoop gehaald. (Die staat veilig achter slot en grendel, gezien het prijskaartje wat daar aan hangt.) Maar, dan heb je ook wat.
Zie hier dat ding. Het was voor mij ook gewoon gereedschap, maar bijzonder is hij wel.
Zomaar gefotografeerd op de ijzeren werkbank in de garage terwijl we er bezig waren.
Al met al was het weer een nuttige actie. Doch helaas ben ik wat vergeten te meten, maar daarover later. Nu geniet ik nog na van mijn mogelijkheid om gewoon terug te gaan naar mijn werk en de hele werkplaats (Je kan er een heel flat in zetten.) met spullen en al tot mijn beschikking kan hebben. En niet te vergeten: Het benzine gebruik, maar dat staat in een ander artikeltje.
Hieronder mijn 1e oscilloscoop verhaal.
De spanningsregelaar onder de oscilloscoop.
Ik heb het deze naam maar gegeven, dat maak het meest duidelijk.
Het begon met de draden onder het frame uit te trekken en toen keek ik tegen de volgende weer-war aan. (Niet echt duidelijk, dus ik heb er het e.e.a. bij gezet.)
Toen dat uitgezocht was, kwam het gele “kastje” aan de beurt.
Om te beginnen moet er gesteld worden dat het (bij mij) gele kastje
wel een spanningsregelaar is en GEEN gelijkrichter.
Helaas zat dat idee wat vastgeroest in mijn hoofd. En hebben wij in eerste instantie ons rot gezocht naar een gelijkspanning, welke uit die regelaar moest komen. Wel, …. die komt niet. Het kastje regelt en stabiliseert slechts de aangeboden spanning.
En over de aangeboden spanning gesproken het volgende:
Stationair draaiend komt er 11.7V wisselspanning uit het blok.
Op bijna maximale toerental komt er 40V wisselspanning uit het blok.
Maar dat zijn de waarden die gemeten werden met een prof. multi meter.
Doch de oscilloscoop geeft hogere\lagere waarden aan. (Daarover later)
Dit is het beeld van de oscilloscoop. (Bij een stationair toerental van ± 1400.)
Voor de goede orde zei gemeld:
Stationair loopt mijn Tomos iets van 1400 tpm. (volgens het (snor)boekje moet dat 1700 zijn, maar ik heb hem (brom) afgesteld.)
De spanning meting is gedaan met een prof. Fluke meter. (Die geeft de effectieve waarde, zo als wij die allemaal kennen.)
De visuele meting is gedaan met een prof. oscilloscoop welke de maximale waarden van de spanning laat zien.
Verderop geeft ik nog enige uitleg hoe je het beeld moet bekijken.
Verder nog even ter ondersteuning:
De enkele gele draad, welke uit het blok komt, wordt rechtstreeks naar het linker schuifje van regelaar\stabilisator geleid (De primaire aansluiting). Pal daar naast zit de (secondaire) uitgang waar de bruikbare spanning uit komt. En daar hebben we op gemeten.
In ons geval kwam er bij stationair draaien 11.7V ≈ uit de spanningsregelaar.
En bij hoge toeren kwam er 14.7V ≈ uit de spanningsregelaar.
Wel een klein verschil, maar er werd in beide gevallen onbelast gemeten. (Dus geen draad op het 2e schuifje.)
Nog even een foto ter ondersteuning.
Op de oscilloscoop zag de ingangspanning er zo uit:
Over de het model van de spanning kom ik nog terug. Maar eerst wil ik duidelijk maken hoe je zo`n beeld van een oscilloscoop bekijkt. Tenslotte zit niet iedereen dagelijks met z`n neus voor zo`n scherm.
Om het uit te leggen heb ik bovenstaande foto ook met flits genomen.
Het nadeel is, (dat zie je pas als je thuis zit te rubriceren) dat de flits op het scherm staat. Maar beter iets dan niets en wat ik wil “vertellen”, zie je er op.
Maar goed, om te beginnen: De meting is gedaan met 2 pennen. Waarvan er een aan het frame vast geklickt was. [Zie het kleine horizontale streepje op het “scope” beeld. (links)]
De andere pen zat vast aan de gele (verlichting) of de zwarte draad (Ontsteking) die uit het blok komt.
(Deze foto is gemaakt tijdens de meting van de ontsteekspoel.)
Op die manier meet je de spanning (Het potentiaal verschil) tussen de gele of de zwarte draad en de aarde.
Deze laatste zin, moet je goed in je oren knopen, anders begrijp je het verhaal niet.
(Ik ging zelf namelijk ook de boot in.)
De bovenstaande schermfoto met flits.
Ondanks de lichtflits in het scherm, zie je duidelijk het raster. En die is van belang.
De andere foto`s zijn zonder flits gemaakt. Zodoende duidelijker, maar je ziet het raster niet zo goed.
Maar goed, verder.
Met een oscilloscoop meet je (Laat je zien) de totale spanning.
Met een normale universele meter meet je de effectieve waarde van een spanning. {Om kort te zijn, de waarde waar je iets aan hebt. Dat heeft met de opp. van de sinus te maken, maar dat gaat te ver, voor dit verhaal.}
Met de 2e pen (rode) meet \ volg je precies de spanning hoe die uit de spoel(en) komt.
Om dat volgen waar te maken heeft de oscilloscoop een trigger in zich.
[Die trigger is een zaagtand signaal, die het signaal (gemeten met de meetpen ) draagt, zodat je kan zien, over een bepaalde tijd en van welke hoogte een spanning is.
Als die trigger niet aanwezig zou zijn, zou je slechts een verticale streep zien, want er is geen tijdbasis.]
Die Trigger is niet tastbaar, doch onzichtbaar, maar buitengewoon belangrijk.
Het is in wezen een elektronische schakeling die het gemeten signaal over een bepaalde tijd waarneemt. En een andere elektronische schakeling brengt dat weer op het scherm.
Die (onzichtbare) trigger begint (start) aan het begin van het scherm en gaat vanuit dat punt lopen. En vanaf dat punt wordt ook het aangeboden signaal opgepakt en zichtbaar op het scherm geprojecteerd.
Zoals je kan zien, heeft de trigger het ontsteeksignaal ook op het nulpunt (de aarde ) opgepakt. [De nul van de trigger is dezelfde nul als die van het signaal.]
Om nu een juist beeld te krijgen (In dit geval) moet je eerst nadenken hoeveel keer een signaal\puls ontstaat per krukas omwenteling.
Zo als wij kunnen weten zitten er 4 magneetblokken in het vliegwiel. D.w.z. dat er bij een bepaald punt op de ankerplaat, 4x een magneetblok langs komt per krukas omwenteling.
Als je nu voor dat “bepaalde punt” een spoel invult, dan is het makkelijk te begrijpen dat daar 4x een magneetblok langs komt. Ergo: Er ontstaat 4x een electro signaal per omwenteling.
En omdat de magneetblokken en de spoelen idem symmetrisch per cirkel verdeelt zijn ontstaat bij alle 4 de spoelen op hetzelfde moment een signaal\puls.
We laten de ontsteekspoel even voor wat hij is. Want we zijn nu met de lichtspoelen bezig.
Omdat de 3 lichtspoelen in serie staan en er in alle drie tegelijkertijd een signaal\puls ontstaat, stapelen de spanningen zich op. Vandaar die aparte spannings vorm.
Dat er 4 pulsen te zien zijn van de gemeten unit (De 3 spoelen (de stator) van de dynamo) heeft ook een bepaalde reden. (Dat wordt zo verklaard)
Als je nu zo`n meting doet met een wisselend signaal, kunnen zich veel pulsen vertonen op het scherm. Dat is namelijk afhankelijk van de instelling van de trigger. Oftewel, de tijdbasis.
Hoe langer de tijd, die je instelt, hoe meer pulsen die je ziet. (Dat mag duidelijk zijn.)
Hoe korter de tijdinstelling, hoe minder pulsen zich vertonen.
Welnu, in ons geval willen we slechts het aantal pulsen zien, welke zich voordoen bij 1 krukas omwenteling.
Als we dat kunnen beredeneren en de tijdbasis zo in kunnen stellen dat wij die beredeneerde pulsen op het scherm kunnen projecteren, kunnen we ook het toerental uitrekenen.
24 regels terug staat al een stukje, waarin wordt vermeld, hoeveel keer een magneetblok per omwenteling langs een spoel komt. (En dat is 4x.)
Welnu, als je nu de tijdbasis van de trigger zo kan instellen dat er slechts 4 pulsen op het scherm staan, dan kan je ook het toerental uitrekenen.
Zo als je kan zien (op de schermfoto) is dat ook gedaan. Er staan 4 pulsen weergegeven en ze nemen een lengte van 8,4 divisies (raster blokjes).
1 divisie staat voor 5 ms (miliseconde). Dus 8,4 divisies staat voor 42 ms.
Ergo: Één krukas omwenteling duurt 42 ms, bij het toerental welk mijn tomos draaide toen deze meting gedaan werd.
(De Tomos draaide gewoon stationair toen de meting werd gedaan.)
Het berekenen van het toerental is nu makkelijk.
Als één krukas omwenteling 42 ms duurt, dan is makkelijk uit te rekenen hoeveel omwentelingen er per seconde plaats vinden.
1 sec = 1000 ms Als je dan 1000 ms : 42 ms = geeft dat 23.8 toeren per seconde.
En dan is dat per minuut 60 x 23.8 = 1428 tpm.
Dat die 1428 toeren juist zijn bewijst de garage (auto)toerenteller.
Zie hier:
Rest mij nog, wat meer info te verstekken over de hoogte van de wisselspanning welke je op het scherm ziet.
Als eerste maar weer even het voorgaande beeld weergeven. Dat maakt het makkelijker.
Ten opzichte van het 0 punt (aarde), welk zich in het midden (zie het kleine streepje) van het beeld bevindt, wordt gemeten.
De oscilloscoop geeft de hele spanning (hoogte) weer. We noemen dat de top\top waarde. In dit geval geeft hij 21V boven de 0 lijn aan. En 23V onder de 0 lijn.
De top\top spanning is dan 43V. Alleen er wordt niet met die spanning gewerkt.
Als basis wordt de 0 lijn gebruikt (aarde). En t.o.v. die lijn wordt wisselend de bovenste topspanning gebruikt of de onderste topspanning. [Vandaar de benaming wisselspanning.]
Dus op de gele draad staat, t.o.v. de aarde \ het frame het ene moment een + 21V en een fractie later een -23V. Dit alles volgens de oscilloscoop.
Doch met de normale meter meet je iets anders.
Want als je die spanning met een normale meter meet dat zie je maar 15V. Dat komt omdat een gewone meter zo gemaakt is, dat hij de effectieve spanning meet.
(Dat is de spanning waar je wat aan hebt. De topspanning zakt namelijk deels in elkaar als er een belasting aan gehangen wordt.)
De Topspanning van 21V is √2 x de Effectieve spanning 14,8V.
Oftewel de Effectieve spanning is 21V : √2 = 14,8V
{Op de zaak gaf de universeel meter ook 15V wisselspanning aan. Gemeten op de primaire gele draad (Die uit het blok komt.), bij stationair draaien.}
Dus zonder spanningsregelaar rijden met 24V lampjes is niet de juiste weg. Want met een beetje toeren loopt die wisselende spanning op tot ± 45V.
Ik hoop dat het voor jullie nu wat duidelijker is, hoe het met de lichtspanning “zit” welke uit de ISKRA dynamo komt.
Het is misschien wat lang, maar korter qua duidelijkheid kon ik het niet maken.
Over de ontsteking komt een andere memo en die verschijnt binnenkort.
Zo, ……. het was weer dagen werk, maar ook dagen plezier.
Ik groet u allen en neem de tijd als je aan uw Tomosje sleutelt.